ND 20 juni 2024

Hoe is de racistische omvolkingstheorie ‘normaal’ geworden?

Achtergrond

 Beoogd minister Marjolein Faber, Kamervoorzitter Martin Bosma en anderen spraken herhaaldelijk over ‘omvolking’. De theorie van witte racisten die stellen dat immigranten hun cultuur bedreigen kreeg eerst tegengas, maar lijkt nu genormaliseerd.

Den Haag

Het was een kloeke waarschuwing die Dilan Yesilgöz als minister van Justitie uitsprak in de Tweede Kamer. ‘Omvolkingstheorieën zijn een bekend thema binnen het rechts-extremisme en rechts-populisme. De dreiging die van deze theorieën uitgaat, is dat deze kunnen dienen als inspiratie voor een aanslag in Nederland.’

 

Dat was twee jaar geleden. Vrijdag werd PVV-Kamerlid Marjolein Faber, aanhanger van de racistische omvolkingstheorie, door Geert Wilders voorgedragen als minister van Asiel en Migratie. Yesilgöz sputterde aanvankelijk wat tegen, noemde Faber ‘niet onomstreden’ vanwege ‘eerdere uitspraken en de toon’. Maar na een kort crisisberaad, en een sussend bedoelde verklaring van Faber op X, bond ze in.

 

Op 2 juli zal er dus een verkondiger van de omvolkingstheorie, die dateert van begin vorige eeuw en onder anderen Adolf Hitler inspireerde, naast de koning op het bordes staan. Eerder al werd een fanatiek pleitbezorger van diezelfde theorie tot Tweede Kamervoorzitter gekozen. Daarmee is, zou je kunnen zeggen, de normalisering van dit extremistische gedachtegoed een feit. Hoe kon dit gebeuren?

 

Dat er een groot gevaar schuilt in het omvolkingsdenken is de afgelopen jaren meermaals gebleken. In Utoya (2011), Pittsburgh (2018), Christchurch (2019), El Paso (2019) en Buffalo (2022) grepen extreem-rechtse terroristen het gedachtengoed aan als legitimatie voor dodelijke schietpartijen. 

‘De volksvervanging gaat ondertussen vrolijk door.’

In 2017 waarschuwde de AIVD voor de opkomst van omvolkingstheorie-aanhangers in Nederland. Die zouden de ‘politieke elite’ verwijten beleid in te voeren ‘dat op de lange termijn kan leiden tot het uitsterven van het blanke ras’.

 

Bosma begon

Het was huidig Kamervoorzitter Martin Bosma die het begrip ‘omvolking’ in de Nederlandse politiek introduceerde. In 2015 sprak de PVV’er in een debat over de publieke omroep ‘als instrument in de omvolking van Nederland’. De NPO besteedde te veel positieve aandacht aan vluchtelingen, vond hij. De andere Kamerleden lieten het passeren. In de jaren erna begon Bosma zeker dertien keer over omvolking.

 

Bosma lijkt zijn ideeën te ontlenen aan Renaud Camus, de Franse schrijver die in 2010 het boek Le grand replacement schreef, waarin de omvolkingstheorie wordt gepopulariseerd. Camus bezocht in 2018 een PVV-betoging in Rotterdam. ‘Onder de indruk’, schreef Bosma op Twitter bij een selfie met de schrijver.

 

Zelf publiceerde hij een boek over Afrikaners in Zuid-Afrika met de titel Minderheid in eigen land. Wilders hield een toespraak bij de boekpresentatie en trok een parallel met Nederland. ‘De volksvervanging gaat ondertussen vrolijk door’, zei hij.

 

Geconfronteerd met het onfrisse karakter van de omvolkingstheorie wijzen de verkondigers ervan vaak op reële ontwikkelingen, zoals demografische veranderingen in wijken en steden. ‘Kijk naar de Schilderswijk!’, zeggen ze dan. Maar dat is nooit het hele verhaal. Ze suggereren in hun uitlatingen óók dat de elite doelbewust bezig is om de bevolking te vervangen. 

'Dit is iets wat de PVV gewoon zelf verzint.’

In de woorden van Bosma ‘de omvolkingsagenda’ of ‘de Soros-/Merkelagenda’, refererend aan de Joods-Hongaarse filantroop die mikpunt is van antisemitische complottheorieën, en de voormalige Duitse bondskanselier. Instituties zoals de publieke omroep en de EU zijn volgens Bosma ‘een instrument’ in de omvolking van Nederland.

 

Als tweede verdedigingslijn wordt geregeld verwezen naar een rapport van de VN uit 2000 met de titel Replacement migration, vervangingsmigratie. ‘Die term heb ik dus gewoon uit het VN-migratieverdrag (sic.) van 2000 gehaald’, zei PVV’er Emiel van Dijk toen hij door andere partijen werd bekritiseerd vanwege het woord omvolking. Ook Faber zei in de Eerste Kamer dat ze de term daarvandaan heeft.

 

Het rapport is geen verdrag, maar een verkenning van scenario’s om de Europese beroepsbevolking op peil te houden in tijden van vergrijzing. De VN wil landen niets aanbevelen, benadrukte de directeur bij de verschijning, alleen op de gevolgen wijzen als regeringen geen beleid ontwikkelen. Het woord omvolking komt er niet in voor.

 

‘Ik zou de PVV willen uitnodigen te zeggen in welk Engels-Nederlands woordenboek die vertaling staat bij het woord replacement’, zei VVD’er Bente Becker tegen Van Dijk. ‘Dit is iets wat de PVV gewoon zelf verzint.’

 

Bij de verkiezing van de nieuwe Kamervoorzitter stelde de VVD Bosma geen vragen over omvolking of andere xenofobe uitlatingen.

Mark Rutte was ook uitgesproken. ‘Als historicus vrees ik in de richting van mevrouw Faber te moeten bevestigen dat het woord ‘omvolking’ echt uit de nazi-ideologie komt’, zei hij vier jaar geleden in de Eerste Kamer. Waarop Faber riposteerde: ‘Zijn de nazi’s dan verplaatst naar de VN?’

 

Twee jaar later stelden negen Tweede Kamerfracties, waaronder de VVD, Kamervragen over een uitzending van Ongehoord Nederland waarin Vlaams Belang-kopstuk Filip Dewinter onweersproken over omvolking mocht praten. Van die openlijke kritiek is bij de VVD weinig meer over sinds de partij een kabinet probeert te smeden met de PVV, NSC en BBB. 

 

Bij de verkiezing van de nieuwe Kamervoorzitter stelde de VVD Bosma geen vragen over omvolking of andere xenofobe uitlatingen. Ook toen Wilders begin april zijn toespraak hield op het radicaal-rechtse congres CPAC in Hongarije, waar hij stelde dat een opengrenzenbeleid heeft geleid tot het ‘verdunnen’ van de Europese joods-christelijke cultuur, zwegen de liberalen.

 

Hetzelfde geldt voor NSC. Pieter Omtzigt verklaarde dit weekend bij Nieuwsuur dat hij de omvolkinggedachten van Faber weliswaar ‘op geen enkele manier binnen het hoofdlijnenakkoord’ vond passen, maar zei gerustgesteld te zijn door haar toezegging op X dat ze zich als minister ‘binnen de lijnen van het hoofdlijnenakkoord en de rechtsstaatverklaring’ zal uiten. Hardere uitspraken wenste Omtzigt niet te doen over de beoogde minister.

 

Volgens formateur Richard van Zwol is er sowieso weinig aan de hand. ‘Het is van alle tijden dat er in de pers of vanuit politieke hoek in meer of mindere mate commentaar komt als kandidaten worden genoemd’, zei hij vrijdag. ‘Daar moeten we niet zo van schrikken.’