Oliver Stone wil best een kerncentrale in zijn achtertuin. ‘Het is een godsgeschenk!’
INTERVIEW Willen we de naderende klimaatramp het hoofd bieden, dan is kernenergie de enige oplossing. Aldus de beroemde en omstreden regisseur Oliver Stone in zijn nieuwe documentaire Nuclear Now. Stone: ‘Er zit een groot verschil tussen een kerncentrale en een kernbom. Je krijgt echt geen nucleaire bom in je achtertuin.’
De sfeer bij de persconferentie van Oliver Stones nieuwe pro-kernenergie-documentaire Nuclear Now is niet bepaald ‘gezellig’ te noemen. Met frisse tegenzin staat de gelauwerde regisseur maandag de Nederlandse pers te woord in het Koninklijk Theater Tuschinski in Amsterdam. De film en zijn regisseur zijn naar Nederland gehaald door Stichting WePlanet. De organisatie omschrijft zichzelf als een ‘pro-nucleaire Greenpeace’, met als doel de klimaatbewegingen te enthousiasmeren voor kernenergie. Aan Stone hebben ze een vrij kribbige mascotte, maar wel een met een groot podium.
De Amerikaan heeft meerdere succesvolle, vaak politieke, films op zijn naam staan zoals Vietnamfilms Platoon en Born on the Fourth of July. Zijn bekendste film is de drieënhalf uur durende samenzweringsthriller JFK over de moord op president John F. Kennedy. Stone hield aan de controversiële, maar zeer kundige film acht Oscarnominaties over.
Na dit persmoment begint de film aan een kleine bioscooptour door Nederland, vaak gekoppeld aan een nagesprek over kernenergie.
stralingsellende
Nu richt Stone zich dus op kernenergie. Hoewel het optimisme hierover met name in de jaren vijftig en zestig groot was, kreeg kernenergie een slecht imago. Stone is naar eigen zeggen vroeger ook verkeerd voorgelicht. Het boek A Bright Future: How Some Countries Have Changed Climate Change and the Rest Can Follow uit 2019 overtuigde hem dat kernenergie het schone en haalbare antwoord op de klimaatcrisis is. A Bright Future vormt de basis van Stones college-achtige documentaire die vooral bestaat uit archiefbeeld en korte interviews.
Een kernreactor gaat echt niet ontploffen.
De regisseur kan zo een lijstje met schuldigen voor het slechte imago van kernenergie oprakelen. De media die ‘clicks’ scoren met koppen over kerncentrales als potentiële bommen. Films en series waarin radioactieve straling de bron van alle ellende is. (Denk aan het Japanse monster Godzilla - een reusachtige hagedis die na een atoomproef uit de zee opdoemt en Tokio plat stampt - tot een vis met drie ogen uit tekenfilmserie The Simpsons.)
Maar Stone is ook fel op klimaatactivisten zoals Extinction Rebellion, Greenpeace en andere milieubewegingen die zich al sinds de jaren zeventig uitspreken tegen kernenergie. Dat hernieuwbare energiebronnen zoals wind, zon en water de oplossing zijn noemt hij onrealistisch. Deze vragen om veel ruimte, leveren te weinig stroom op en doen het niet altijd. Dus heb je een alternatief nodig voor de momenten dat de zon niet schijnt, of de wind niet waait. Zo kom je weer uit bij het vervuilende olie en gas, waarmee de klimaatorganisaties de vervuilende bedrijven volgens Stone in de kaart spelen.
Kernenergie is je vriend, het is een godsgeschenk!
Bovendien gelooft de regisseur er niet in dat wij mensen onze uitstoot kunnen of willen verminderen. Zijn stelling: die één miljard mensen die nu op ons huidige welvaartsniveau leven, krijg je al niet het vliegtuig uit. Laat staat als straks ook de zeven miljard mensen in derdewereldlanden er in welvaart op vooruit gaan. Die gaan ook allemaal energie gebruiken. Daarnaast hoeven we die uitstoot ook niet te verminderen, aldus Stone. Met voldoende kerncentrales kan je immers enorme hoeveelheden stroom opwekken.
‘kerncentrales zijn geen bommen’
Hoe zit dat met de veiligheid? De omgeving rond de kerncentrale in Tsjernobyl is onbewoonbaar sinds de ramp die ontstond door menselijke fouten in 1986. In Fukushima in Japan leidde een tsunami in 2011 tot een kernramp in de centrale die niet tegen het natuurgeweld bestand bleek. Volgens Stone is het gevaar relatief. ‘Kernenergie kent gevaren. Daar zijn we eerlijk over in de film. Je moet er voorzichtig mee omgaan, maar dat geldt voor alle vormen van energiewinning.’ Stone wijst erop dat het alternatief niet bepaald veilig is: vervuiling door de schadelijke uitstoot als gevolg van kolen en gas eist jaarlijks vele levens. Om nog maar te zwijgen over de gevolgen voor de planeet. Daarmee vergeleken valt het aantal slachtoffers door kernrampen statistisch in het niet.
Stone: ‘Het lukt wetenschappers maar niet om de boodschap dat nucleaire energie veilig is over te brengen aan de rest van de wereld. Die negativiteit komt doordat kernenergie en kernbommen onder dezelfde noemer worden geschaard. Dat klopt niet. Een kernreactor gaat echt niet ontploffen. We moeten volwassen worden en die angst overwinnen.’
De vraag of Stone zelf een kerncentrale in zijn achtertuin zou willen, wordt niet gewaardeerd door de regisseur.
De vraag of Stone zelf een kerncentrale in zijn achtertuin zou willen, wordt niet gewaardeerd door de regisseur. ‘Wat moet ik nog meer zeggen? Ja natuurlijk wil ik dat! Kernenergie is je vriend, het is een godsgeschenk! Je krijgt echt geen nucleaire bom in je achtertuin. Natuurlijk moet je voorzichtig zijn, maar er is geen enkele industrie die zo goed gecontroleerd wordt. Het levert maar een klein beetje afval op en bovendien weten we precies waar iedere vierkante centimeter daarvan zich bevindt.
Klimaatverandering is hier en nu en wij gaan ons zorgen maken over dat kleine beetje afval waar we over 5000 jaar misschien gelazer mee krijgen?’